De wetgeving over arbeidsmiddelen kan u terug vinden in de Codex over het welzijn op het werk. Meer specifiek wordt gerefereerd naar Boek IV Titel 2: ‘Bepalingen van toepassing op alle arbeidsmiddelen’.
Codex Boek IV Titel 2 Art. IV.2-14:
“De werkgever ziet erop toe dat de arbeidsmiddelen waarvan de veiligheid afhangt van de wijze van installatie, worden onderworpen, na de installatie en vóór de eerste ingebruikneming, aan een eerste controle, alsmede aan een controle na elke montage op een nieuwe locatie of een nieuwe plek, teneinde ervoor te zorgen dat deze arbeidsmiddelen op de juiste wijze worden geïnstalleerd en goed functioneren.
De werkgever ziet erop toe dat de arbeidsmiddelen die onderhevig zijn aan invloeden die leiden tot verslechteringen welke aanleiding kunnen geven tot het ontstaan van gevaarlijke situaties, worden onderworpen aan:
- 1° periodieke controles en, in voorkomend geval, aan periodieke proeven;
- 2° bijzondere controles, telkens wanneer zich uitzonderlijke gebeurtenissen hebben voorgedaan die schadelijke gevolgen kunnen hebben voor de veiligheid van het arbeidsmiddel, zoals het ombouwen, ongevallen, natuurverschijnselen en lange perioden van buitengebruikstelling.
De in het tweede lid bedoelde controles hebben tot doel te garanderen dat de veiligheids- en gezondheidsvoorschriften worden nageleefd en deze verslechteringen tijdig worden opgespoord en hersteld.
De resultaten van de controles moeten schriftelijk worden vastgelegd en ter beschikking worden gehouden van de met het toezicht belaste ambtenaar. Zij moeten gedurende een gepaste tijd worden bewaard.
Wanneer de betrokken arbeidsmiddelen buiten de onderneming worden gebruikt, moeten zij vergezeld gaan van een materieel bewijs van de laatste controle.
Onverminderd de wettelijke verplichtingen inzake controles door EDTC’s, worden de in dit artikel bedoelde controles uitgevoerd door deskundigen, intern of extern aan de onderneming of inrichting.”